9-12-2016
Het huidige functioneren onze samenleving is sterk afhankelijk van het idee van economische groei. Groei zorgt voor materiële vooruitgang, meestal ook voor banen en zorgt ervoor dat de collectieve voorzieningen betaalbaar blijven. Als er sprake is van economische groei hoeft er ook geen groot debat over de verdeling van welvaart plaats te vinden. Groei maakt immers welvaart toegankelijk en betaalbaar. Dat is heel prettig want zonder economische groei worden al deze kwesties een stuk lastiger. Groei zien als een voorwaarde voor welvaart is vanzelfsprekend en diep verankerd in ons economische denken. We kunnen ons geen gezonde economie voorstellen zonder groei. En dat maakt groei verslavend want groei hoort en moet. Hoe houdbaar is deze groeiverslaving bij een overgang naar een circulaire economie? Organiseren in kringlopen kan ook in een circulaire economie nog steeds tot groei leiden. Maar niet noodzakelijkerwijs tot duurzaamheid.
Economische groei
Economische groei is een volumeverandering van het bruto binnenlands product (bbp). Met het bbp wordt de toegevoegde waarde gemeten van goederen en dienst die verhandeld worden in een bepaalde periode in een land. Waarde wordt gemeten op het moment van een financiële transactie. Hoe meer transacties er zijn én hoe groter de waarde per transactie, hoe hoger de economische groei. Dus is het heel logisch om zoveel mogelijk én zo vaak mogelijk te willen verkopen. Een zo kort mogelijk levensduur van producten is daarbij interessant, want hoe korter de levensduur van een product, des te vaker er transacties kan plaatsvinden. Dit wordt in de hand gewerkt door de zogeheten ‘plannend’ en ‘perceived’ obsolesence en gestimuleerd door non-standaardisatie van producten en netwerken. Nieuwe zowel als prima bruikbare producten worden hierdoor nutteloos en dus voortijdig afgedankt.
Op basis van deze beginselen ontstaat groei. Dit zijn we in de afgelopen decennia normaal gaat vinden. Als dat niet het geval is en erger nog als deze krimpt, zoals tijdens de recente Grote Financiële Crisis, hebben we als maatschappij een probleem. Het leidt immers tot werkloosheid, een overheid die moet bezuinigen en de gemiddelde burger heeft minder te besteden. Economische groei is in een lineaire economie het normaal waar we aan gewend zijn, waar we mee rekenen en waar we op vertrouwen.
Circulaire economie
Ondertussen gaan er steeds meer stemmen op dat een lineaire economie niet houdbaar is en dat daarvoor in de plaats een transitie moet worden ingezet richting een circulaire economie. Een circulaire economie is gebaseerd op ontwerpprincipes die leiden tot het hergebruik van grondstoffen, materialen en producten. Radicaal efficiënter en effectiever gebruik van fossiele grondstoffen en het inzetten van hernieuwbare grondstoffen zorgen samen voor een structurele en omvangrijke reductie van het gebruik van niet hernieuwbare grondstoffen. Het langer gebruiken en betere benutting van alles wat gefabriceerd helpt daar ook bij. Dit samen leidt tot die leiden tot een economisch systeem dat binnen de ecologische grenzen van de aarde opereert.
Als dit statisch bekeken wordt en zonder de doorwerkingen in de economie mee te nemen, klopt dit. Alles wat er al is beter en langer gebruiken, van gebouwen tot auto’s en van MRI-scans tot tractoren, leidt tot minder productie en daardoor tot een duurzamer systeem. Bovendien leidt meer zaken repareren of hergebruiken ook tot minder productie en heeft daardoor hetzelfde effect. Efficiënter omgaan met schaarse hulpbronnen en daar minder van gebruiken draagt ook daaraan bij.
Dynamiek en groeiverslaving
Bovenstaande analyse is al vele malen gemaakt binnen het kadert van een debat over nut en noodzaak van een circulaire economie. Maar een economie is per definitie een dynamisch systeem. En dat leidt ertoe dat de economische effecten van een overgang naar een circulaire economie niet stoppen bij bovenstaande beschouwing. Aanpassingen in het economisch systeem leiden tot andere effecten in de economie. Twee aannames spelen daarbij een rol.
Ten eerste de aanname dat mensen ook daadwerkelijk spullen langer gaan gebruiken. Doordat producten zo ontworpen worden dat ze langer mee kunnen gaan wordt de technische levensduur verlengd. Als consumenten alles wat ze hebben gekocht ook blijven gebruiken totdat deze kapot gaan, wordt de economische levensduur verlengd tot aan de technische levensduur. Dat is een gevaarlijke veronderstelling want in de praktijk kopen mensen veel meer spullen dan ze nodig hebben en vervangen deze ver voordat ze kapot zijn.
Maar stel dat dat toch gebeurt. Dan hoeven consumenten minder geld uit te geven voor het kopen van producten. Ze houden geld over. Is het dan aannemelijk te maken ze dan dat geld gaan sparen? Die aanname zou wel heel erg tegen de recente economische geschiedenis ingaan. Het economisch systeem zoals dat draait is er nog steeds op gericht om mensen te verleiden extra transacties te realiseren. Bedrijven hebben daar belang bij. De overheid heeft daar belang bij. Want het betekent extra economische groei, en dus meer winst, meer belastinginkomsten en meer banen.
Daarnaast is het zaak kritisch naar de tweede aanname te kijken. Stel dat er daadwerkelijk steeds meer hernieuwbare grondstoffen worden gebruikt. Als dit een goedkopere of zelfs betere optie is in vergelijking met de fossiele variant dan kan dat prima. Maar wat nu als dit een succes wordt? Als het gevolg is dat de vraag naar de fossiele grondstof zo hard daalt, dat de prijs daarvan veel lager wordt? Dan is de kans vrij groot dat bepaalde bedrijven in dat gat springen en toch weer die fossiele grondstoffen gaan gebruiken. Per saldo levert dit geen positief milieueffect op.
Deze twee aannames en de prikkels die daarvan uit gaan in een dynamisch economisch systeem maken de realisatie van een circulaire economie onzeker en niet bij voorbaat duurzaam.
Anti-groeiverslavingskuur
Een succesvolle overgang naar een circulaire economie is dus meer dan het introduceren van principes gericht op het ontwerp, gebruik en hergebruik van producten en het daardoor verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Een economie is per definitie een dynamisch systeem – of dit nu lineair of circulair is. Daarbij speelt de hele inrichting van de economie een grote rol. Prikkels om bepaalde zaken te doen of te laten zowel bij consumenten als producenten zijn vooral financieel van aard. Dat geldt voor de huidige economie, en zal dus ook voor de circulaire economie moeten gelden. Dus moet afval duurder worden, net zoals het gebruik van fossiele grondstoffen. Moet arbeid goedkoper worden en zo zijn er nog wel meer fiscaliserende stimulansen te bedenken. Want wil het wat worden dan moet circulariteit lonen voor producenten en voor consumenten.
Niet in de laatste plaats zullen consumenten op grote schaal eraan moeten wennen minder te consumeren. En dat gaat frontaal in tegen geaccepteerd collectief gedrag wat sinds het midden van de vorige eeuw gezien massaal gepropageerd is.
Het doorbreken van de groeiverslaving is dus een grotere opgave dan alleen circulaire principes invoeren. Een sterke anti-groeiverslavingskuur vraagt om daadwerkelijke mentaliteitsverandering van producenten en consumenten. Financiële prikkels, zoals afvalheffingen en verschuiving van belasting op arbeid naar grondstoffen kan daarbij helpen maar is niet genoeg. Ook daadwerkelijk minder producten kopen en spullen langer gebruiken is daarbij ook echt nodig. Gewoon, omdat we nu eigenlijk al meer dan genoeg hebben.