10
In 1942, middenin de Tweede Wereldoorlog, publiceerde de Engelse econoom Colin Clark een boek, getiteld The World in 1960. Een schijnbaar vrij optimistisch verhaal over hoe de wereldeconomie er in 1960 voor zou staan, midden in een zeer onzeker tijdsgewricht.
Dit soort exercities worden vaak met de nodige argwaan bekeken. Als we de dag van morgen niet eens kunnen voorspellen, waarom ons dan druk maken over een lange periode? De wereld is immers niet te voorspellen.
Dat de wereld niet te voorspellen is, daar ben ik het mee eens. Maar we moeten niet verblind raken door kortetermijnontwikkelingen. Het lijkt vaak op ronddwalen in de mist zonder ook maar te weten waar we eigenlijk naartoe willen.
Afgelopen week was bij uitstek weer zo’n voorbeeld van paniek over de economie op basis van de resultaten op de zeer korte termijn. Een paar dagen van flinke correcties op de beurs verleidt journalisten en ‘duiders’ tot uitspraken over nieuwe recessies. Met iets meer afstand nemen wordt het beeld al weer wat anders. De wereldwijde beurskoersen waren, gestuwd door het overschot aan liquiditeit, al maanden gestegen en veel analisten hadden al langer gewaarschuwd voor de mogelijkheid van een ‘forse’ correctie. Dat dit niet meteen iets hoeft te betekenen voor de onderliggende economische prestaties is bij zo’n neergang net zo’n logische redenering als bij de voorgaande stijging. Maar dat vergeten we vaak.
Die fixatie op de korte termijn is natuurlijk wel uit te leggen. Ik zie daarbij drie verklaringen. Ten eerste verliesaversie, zeker als het gaat om zoiets relatief tastbaars als beurskoersen. Verlies weegt volgens redelijk wat onderzoek ongeveer tweemaal zo zwaar als winst. Dus het feit dat de beurskoersen nu weer bijna op het niveau van begin dit jaar terug zijn, doet vermoeden dat velen dit als een zwaar verlies ervaren: de stijging van 20% gevolgd door een even grote daling voelt als een emotioneel verlies van 20%.
Ten tweede bijziendheid. Uit veel onderzoek blijkt dat mensen ‘myopic’, ofwel bijziend zijn. We kunnen, en wellicht willen, ook niet alles overzien. Mensen maken zich het meest druk om zaken waar zij het meest mee worden geconfronteerd, of de meeste invloed op hebben. Dus hun eigen inkomen en gezondheid, maar ook oorlogen, immigratie en acute spanningen en problemen in de wereld.
De meest recente en acute gebeurtenissen worden uitvergroot, de langetermijngevolgen van acties en gebeurtenissen verdwijnen al snel naar de achtergrond. Milieu, of verduurzaming, komt daardoor bijvoorbeeld ook meestal niet top-of-mind als je vraagt wat mensen bezighoudt.
Ten derde turbulentie. De wereld waarin we leven is voor velen steeds onoverzichtelijker geworden. Juist doordat we steeds meer weten over wat er in de wereld gebeurt, wordt bijziendheid daarbij vergroot. Maar veranderingen, zowel technologisch als sociaal, gaan ook steeds sneller. Door deze turbulente omgeving verdwijnt ons zicht op de onderliggende trends.
Ik kan de verleiding toch niet weerstaan om zowel het heden als het verleden in een wat breder perspectief te plaatsen. De wereld is niet te voorspellen, maar zicht houden op langetermijnontwikkelingen zorgt er wel voor dat de kortetermijnontwikkelingen in de juiste context kunnen worden geplaatst. Zo is al tijden duidelijk dat de economische groei in Nederland de komende jaren niet meer terugkeert naar het niveau van voor de crisis. Zo is ook duidelijk dat we ouder worden, dat steden groter worden, dat innovatie sneller gaat en dat fossiele grondstoffen schaarser worden. En zo zijn er nog wel meer relatieve zekerheden. Maar ook relatieve onzekerheden, zoals geopolitiek, technologie, natuurrampen et cetera. Door dit soort zaken in ons achterhoofd te houden, en op basis daarvan een toekomstbeeld, of een aantal beelden te construeren, weten we wellicht wel waar we naartoe willen als we weer in de mist ronddwalen.
Terug naar de voorspelling gemaakt in het midden van een van de zwartste perioden uit de moderne geschiedenis. Wat bleek? In grote lijnen was die voorspelling niet eens zo heel slecht. Van alles op af te dingen, maar vooral dat het daadwerkelijke economische potentieel van veel landen was onderschat. Eens te meer een les dat wie kijkt naar de langere termijn vaker positief wordt verrast dan degenen die zich concentreren op de hedendaagse ellende.