-
waar in ons bewustzijn zijn onze overtuigingen opgeslagen?
-
waarom zijn ze soms zo moeilijk te veranderen en hoe doe je dat effectief?
-
hoe herken je het verschil tussen een ‘geloof’ en een ‘overtuiging’?
Elke computer heeft in elk geval drie onderdelen om te kunnen werken:
- de computer zelf (de hardware)
- het systeem waarmee je de computer bestuurt, de meesten van ons zijn bekend met systemen als windows, macintosh of ubuntu (het besturingssysteem)
- de programma’s waarmee je op de computer kunt werken bijvoorbeeld om teksten te kunnen maken of te kunnen rekenen (de software).
De hardware (1) is dus de computer zelf en die omvat van alles: beeldscherm, toetsenbord, processors, circuits, chips. Het beeldscherm en het toetsenbord zijn onze ‘interfaces’. Daarmee voeren we bepaalde commando’s in, zodat de computer aan het werk kan en doet wat we willen dat hij doet.
Het besturingssysteem (2) zorgt er vervolgens – via de chips en circuits – voor dat de computer die commando’s begrijpt. Onze instructies worden dus door het besturingssysteem vertaald in codes. Zo komen de letters of cijfers die we invoeren op het beeldscherm te staan.
Daarbij wordt er gebruik gemaakt van bepaalde software (3). Zo hebben we een tekstverwerkingsprogramma op de computer staan, dat letters en dus teksten kan maken. Of een rekenprogramma, waarmee sommen kunnen worden gemaakt.
Als we een computer iets willen laten doen, dan hebben we dus de juiste commando’s in te voeren. Je kunt – heel simpel gesteld – zeggen dat het in onze werkelijkheid op precies diezelfde manier werkt. En op basis van die vergelijking kun je ook zien wat daarbij de invloed is van onze (onbewuste) overtuigingen:
-
het Grote Bewustzijn Systeem is als het ware een computer die de werkelijkheid genereert;
-
ons geïndividualiseerde bewustzijn is het besturingssysteem;
-
we geven het besturingssysteem commando’s, zodat de computer een bepaald resultaat in onze werkelijkheid kan bewerkstelligen;
-
de commando’s die we geven zijn veelal afkomstig uit verschillende delen van ons bewustzijn. Vaak hebben we dat niet in de gaten (waarover hierna meer). Daardoor genereert de computer een ander resultaat in onze werkelijkheid dan we hadden verwacht.
Als we dus iets willen veranderen in die output (de werkelijkheid om ons heen), dan vraagt dat om andere commando’s. En dat blijkt voor de meesten van ons vaak lastiger dan we denken. De reden is dat ons bewustzijn voor een groot deel bestaat uit onbewuste overtuigingen. Dus geven we heel vaak commando’s, waar we ons niet bewust van zijn.
Geloof of overtuiging
Tot zover de vergelijking met de computer. Als we nu even inzoomen op de inhoud van de commando’s, onze overtuigingen, dan kan het ook nuttig zijn om onderscheid te maken tussen een geloof en een overtuiging. Dat helpt ons om te zien waar er mogelijk bewustzijns-werk te doen is, en waar ook niet.
Veel dingen die we geloven zijn in zekere zin makkelijk veranderbaar. Je hebt bijvoorbeeld altijd geloofd dat het goed was om ‘s morgens een banaan te eten. Nu kom je op een dag een onderzoek tegen waaruit blijkt dat bananen niet zo gezond zijn als eerder gedacht. Die informatie kan maken, dat je besluit om verder op onderzoek uit te gaan en te checken of dit klopt. Of je besluit om meteen op te houden met je ochtendritueel. Nieuwe informatie kan ons geloof aan het wankelen brengen, waardoor we redelijk makkelijk van geloof/gedrag veranderen.
Bij een overtuiging hebben we met wat meer ‘rotsvastheid’ te maken, zoals we in het vorige hoofdstuk al zagen. Het gaat om een manier van denken en kijken waar we ons helemaal mee vereenzelvigd hebben. De overtuiging die we in het vorige hoofdstuk beschreven is er voor de meesten van ons zo één: onze werkelijkheid is opgebouwd uit deeltjes, het is dus een fysieke werkelijkheid.
Als je leest dat dat mogelijk niet zo is, zoals nu, dan is daarmee niet meteen je beeld van de werkelijkheid verandert. Dit soort overtuigingen zitten daarvoor te diep. En vaak zijn we ons er ook niet van bewust, want ze zijn met de paplepel ingegoten. Je weet als het ware niet beter.
Hebben we eenmaal in de gaten dat we zo’n overtuiging hebben – en dat we daar eigenlijk niet bewust voor gekozen hebben, maar dat die ingegeven is – dan is het meestal ook niet zo dat je meteen anders gaat denken door informatie die iets anders zegt. Zelfs al lijkt die nieuwe informatie logischer en/of ‘waar’.
Hoe komt het dat we zo’n moeite kunnen hebben met het veranderen van diepe overtuigingen? Een van de belangrijkste redenen blijkt de werking van ons onderbewustzijn te zijn. Want dat is de plek waar onze diepe overtuigingen huizen. Het is het deel van ons dat al ons gewoontegedrag bepaalt. Dat is niet per se verkeerd. Ik ben althans blij dat ik kan fietsen zonder ik me steeds hoef in te spannen om de balans te houden. Of dat mijn eten verteerd wordt zonder dat ik de verschillende onderdelen van mijn verteringsstelsel steeds bewust aan het werk moet zetten.
Je kunt eens nagaan op welk levensgebied dingen structureel niet gaan zoals je wilt. Dat zijn vermoedelijk plekken waar overtuigingen leven, die je mogelijk niet in beeld hebt.
Het kan ook gaan om momenten waarop je boos bent, gekwetst, verdrietig. Dat zijn over het algemeen gevoelens waar angst achter schuil gaat. Je moet daarvoor dus wat diepgaander onderzoek doen naar wat de onderliggende angst is. De angst wijst erop dat je hier te maken hebt met een overtuiging.
Maak vervolgens deze zin af, zonder dat je al te veel nadenkt over het antwoord:
“Iets dat ik over mijzelf geloof is…”
Stel jezelf de vraag of er iets is dat je graag wilt, maar waarvan je merkt dat je het niet doet. Stel dan deze vraag: “Wat geloof ik, waardoor ik denk dat ik het niet kan?”