Naar het onderwerp ‘overtuigingen’ kun je op heel veel verschillende manieren kijken. Voor ons doel kan het daarom nuttig zijn om – om te beginnen – eens te kijken naar wat eigenlijk ‘de basis’ van veel van onze overtuigingen is. En daarmee doel ik op de fundamentele overtuigingen waar we in de westerse wereld allemaal mee groot zijn geworden. Het kan goed zijn dat je gaandeweg deze uiteenzetting misschien wel eens denkt: maar wat heeft dit met mijn dagelijkse leven te maken? In dat geval hoop ik dat je nog éven door wilt lezen, want het logische verband tussen de meer abstracte basis en ons dagelijks leven wordt zeker duidelijk.
Kort gezegd, kun je stellen dat onze basisovertuigingen voortkomen uit de manier waarop de wetenschap onze werkelijkheid is gaan beschrijven. Dat begon zo’n 250 jaar geleden, toen de natuurkundige Isaac Newton* een aantal natuurwetten in beeld bracht. Ze gingen over hoe krachten in de wereld om ons elkaar in balans houden. Denk aan de werking van de zwaartekracht, traagheid, snelheid (je kunt hier een kort filmpje kijken, waarin de wetten op een leuke en makkelijke manier worden uitgelegd).
De wetten van Newton zijn lange tijd gezien als absolute waarheden. Recentere ontdekkingen in de fysica hebben gemaakt dat er nog andere regels werkzaam bleken te zijn in onze werkelijkheid. En daardoor is het een stuk lastiger geworden voor wetenschappers om de werking van de werkelijkheid op een logische manier uit te leggen. Maar de ‘klassieke mechanica’, waar Isaac Newton de grondlegger van was, is desondanks nog steeds heel bepalend voor wat we geleerd over hoe onze werkelijkheid in elkaar steekt. En die zienswijze is daarom van veel grotere invloed op onze diepste overtuigingen, dan we vaak geneigd zijn te denken. En dat heeft weer allerlei gevolgen voor onze acties in het leven van alle dag.
Newton zijn ideeën over de werkelijkheid zijn in die afgelopen 250 jaar dus diep ingesleten in ons bewustzijn. Want in de klassieke mechanica wordt er vanuit gegaan dat alles in onze werkelijkheid is opgebouwd uit deeltjes. En al die deeltjes worden aangestuurd door bepaalde mechanismen (daarover gaan onder meer de wetten van de Newton). Alles dat niet bestaat uit deeltjes, dus dat wat we ‘geestelijk’ zouden kunnen noemen, is volgens de klassieke mechanica een product van mechanische processen. Of anders gezegd: het geestelijke komt voort uit het materiële. Zonder materie is er geen geest.
Alledaagse overtuigingen
Hoe zien we die uitgangspunten nu precies terug in onze basisovertuigingen? En met welk gevolg voor onze acties en ons leven?
Je zou heel simpel kunnen zeggen dat we steeds geneigd zijn om het geestelijke en het materiële van elkaar te scheiden. Ook als we ons ergens wel bewust zijn van dat dat eigenlijk niet zo is. In ons dagelijkse leven zien we daar vaak heel makkelijk voorbeelden van:
- De basisovertuiging volgens de klassieke mechanica:
mijn geest en lichaam zijn van elkaar gescheiden.
* we hopen dat we na de dood in een of andere vorm verder leven, maar we hebben daar ook zo onze twijfels over. Ik geloof het misschien wel, maar ik weet het niet.
- De basisovertuiging volgens de klassieke mechanica:
Mijn geest produceert mijn bewustzijn. Jouw geest produceert jouw bewustzijn. Wij zijn niet als vanzelf met elkaar verbonden.
* als iemand in onze omgeving dood gaat, dan geloven we misschien wel dat er van diegene ergens vast iets over is gebleven. Maar we vinden het moeilijk om ons geloof om te zetten in een directe ervaring.Vermoedelijk herkennen de meesten van ons een aantal van deze overtuigingen wel. Het risico van er zo naar kijken, is dat we makkelijk in gevoelens van ‘schuld- en schaamte’ terecht komen. Omdat we allemaal wel gedragingen hebben, die voor onszelf en anderen soms minder heilzaam zijn. Als dat gebeurt dan is het goed om terug te gaan naar de basis van wat we hier bespreken.
We hebben onze overtuigingen niet omdat we zulke slechte mensen zijn, maar omdat we die met de paplepel ingegoten hebben gekregen. We kunnen natuurlijk beginnen met daar steeds meer verantwoordelijkheid voor te nemen. Bijvoorbeeld door steeds dieper en verder over dingen na te gaan denken (dat is vermoedelijk waarom je een boek als dit ook leest). Om dat zo adequaat mogelijk te kunnen doen, is het nuttig in te zien dat het er daarbij niet om gaat dat we ons schuldig of schaamtevol moeten voelen. Als we iets willen veranderen, dan zitten dat soort emoties alleen maar in de weg. Zo goed als dat gaat objectief leren kijken naar waarom dingen zijn zoals ze zijn, is een weg die verandering faciliteert.
Het materiële en het spirituele
De voorbeelden van de overtuigingen laten zien dat we – hoe subtiel ook – geneigd zijn het ‘materiële’ en het ‘spirituele’ van elkaar te scheiden. En heel fundamenteel gezien zit hem daar de crux. En hebben we daar te beginnen.
Informatie in boeken als dit (en op websites als Deja.Nu) is precies daarvoor bedoeld. Die helpt om oude paradigma’s, waar dit soort overtuigingen uit voortkomen, te gaan vervangen. En dat is ook heel haalbaar, want er is inmiddels heel veel informatie die laat zien dat deze werkelijkheid niet voortkomt uit een mechanisch proces van samenwerkende deeltjes. Maar dat onze werkelijkheid voortkomt uit bewustzijn. En dat wij zelf dus bewustzijn zijn. Dat bewustzijn als het ware een verkleedpartijtje heeft georganiseerd. Wij zijn bewustzijn dat zich op een bepaalde manier heeft aangekleed. Het heeft voor dit leven een bepaalde ‘persona’ aangenomen. Deze werkelijkheid is een virtuele, en geen fysieke, werkelijkheid.
Fysiek en virtueel
Onze virtuele werkelijkheid is niet geproduceerd zoals je een computerspel produceert. Onze werkelijkheid is in die zin dus niet gemaakt, maar is geëvolueerd. En de basis van die creatie is bewustzijn. En nu is het zeker zo dat we in deze virtuele werkelijkheid bepaalde regels hebben, waarmee we de werking van onze werkelijkheid proberen te verklaren. In de natuurkunde gaat het dan onder meer om regels, die stellen dat deze werkelijkheid is opgebouwd uit deeltjes.
Die deeltjes zijn echter niet de werkelijke basis van deze werkelijkheid. Toch krijgen we al generaties lang geleerd dat dat een fundamentele waarheid is. En die overtuiging bepaalt al zo’n 250 jaar hoe alles in onze wereld georganiseerd is.
Daarom is het ook niet zo gek dat veel van onze overtuigingen en handelingen daarop gebaseerd zijn, zelfs al weten we van andere paradigma’s. En daar zit hem vaak ook de verwarring voor mensen zoals jij en ik, die echt hun best doen om zich niet te laten leiden door wat ‘algemeen geldend’ is. Die zichzelf trainen in andere perspectieven. En daar ook ervaringen van hebben, waardoor het niet meer alleen een kwestie is van ‘kennis hebben’ maar ook van ‘ervaring’ en dus ‘weten’. Hoe kan het dan dat we toch ook, soms meer en soms minder subtiel, blijven handelen vanuit ongewenste overtuigingen?
* Van Isaac Newton wordt vaak gedacht dat hij een pure ‘materialist’ moet zijn geweest ofwel iemand die alleen oog heeft voor de materiële aspecten van de werkelijkheid. Dat beeld is vermoedelijk te eenzijdig, want er is allerlei informatie te vinden over dat Newton erg geïnteresseerd was in allerlei ongrijpbare zaken zoals die in de mystiek worden beschreven. En hij schijnt ook zo zijn mystieke ervaringen te hebben had. Zijn werk is, om wat voor reden dan ook, kennelijk erg eenzijdig de wereld in gekomen.
Hij was behalve fysicus/wiskundige, ook filosoof, theoloog, sterrenkundige en alchemist. Een bekend citaat van hem dat aangeeft hoezeer hij zich realiseerde dat er in de grootsheid van onze werkelijkheid nog erg veel niet begrepen is, is: Ik weet niet welk beeld de wereld van mij zal hebben, maar in mijn eigen ogen ben ik alleen een jongetje geweest dat speelt op het strand en nu en dan het plezier heeft dat hij een nóg gladder steentje of een nóg mooiere schelp ontdekt, terwijl de grote oceaan der waarheid nog onontdekt voor hem ligt.