Iedere columnist is gerechtigd om 1 stukje aan haar kat te wijden, dus dit wordt mijn tweede.
Vorig jaar is mijn Setske de Haan bevallen. Dank u, moeder en kinderen maken het nog steeds goed. Op 7 juni, ‘s avonds om half acht werd Cissy, helemaal zwart, geboren. Sets lag tijdens het baren stijf tegen mij aan en bleef er vrij rustig onder. Na de geboorte beet ze kalm de navelstreng door, vrat de moederkoek op en waste het kleine wurmpje, terwijl ik hysterisch alle kanten op vloog.
Om half twaalf diende de kleine zwartwitte Otje zich aan. Setske was erg uitgeput, zodat mijn Karel de navelstreng doorkneep, de moederkoek verwijderde en het beestje bij Sets legde, zodat ze haar kon schoonlikken, terwijl ik in de keuken zat te hyperventileren. Daarna kwam er weer een wee, waarna er alleen een placenta geworpen werd. Setske liet het zich weer goed smaken, terwijl ik nauwelijks uit m’n woorden kon komen aan de telefoon met de dierenarts. Een miskraampje, zei ze.
Om half vier zei Karel: ‘Nou, ik ga naar bed, de beide kleine poesjes hangen elk aan een tepel, volgens mij redden ze zich best’. Ik heb het tot 8 uur volgehouden, zette de wekker op 9 uur, werd om half negen wakker uit een nachtmerrie, keek naar beneden en zag Sets omhoog kijken, met een klein, schoongewassen rood katertje tussen de voorpoten. Dit was Siem, die na 16 weken samen met Otje naar de buren is gegaan. Karel heeft Cissy gehouden.
Waarom ik dit vertel: in het boek ‘De zwangerschap van uw kat’ stond: ‘Bied haar na de bevalling een rauw ei aan’. Ze vrat het niet. De verse gesneden kip wel.
Omelet met appel van Jaap en Charlotte
Jaap en Charlotte, de eigenaren van Otje en Siem eten het liefst omelet met appel. Klinkt erg vies, vind ik, maar het schijnt heerlijk fris te zijn.