Index
Abductie: normale-: zoekt naar best mogelijke verklaring;
Abductie: ontwerp-: gericht op een gewenste uitkomst.
Abstractie (Hoofdstuk 10) | Abstractie (Hoofdstuk 15)
Academisch (Hoofdstuk 8) | Academisch (Hoofdstuk 13) | Academisch (Hoofdstuk 17.1)
Advies: stellingname wat het beste gedaan kan worden om een situatie te veranderen of te verbeteren (h4)
Alternatief (Hoofdstuk 3.1) | Alternatief (Hoofdstuk 17.3)
Analyse (Hoofdstuk 4) | Analyse (Hoofstuk 6.1) : samenhangende ontleding van een vraagstuk dat dient tot inzicht
Analysemethode (Hoofdstuk 10.1 – 10.3 – 12.2)
Architect(enbureau) (Hoofdstuk 13 – 16.2 – 16.3 – 17.2)
Argument (building) (Hoofdstuk 6.4 – 7.2 – 16.1)
Artefact (Hoofdstuk 2 –3.2 – 5 – 10.1)
Attitude (Hoofdstuk 1 – 6.3) : gedragingen
Belangen (privaat en publiek) (Hoofdstuk 15.3 – 16.3)
Betrouwbaarheid (Hoofdstuk 6.1) : consistentie in de onderzoeksbevindingen: leidt herhaling tot dezelfde uitkomsten.
Bouwkunde (Hoofdstuk 3.1 – 5 – 16.2)
Bouwkundig ingenieur (Hoofdstuk 3.1 – 10.1 – 15.3 – 16.3 )
Case studie : -holistisch / -ingebed / -meervoudig / -enkelvoudig. (Gevalstudie) intensieve bestudering van een verschijnsel binnen zijn natuurlijke context, zodanig dat de verwevenheid van relevante factoren behouden blijft (h6.1). Enkel/meervoudige case: een meervoudige case bestudeerd meer gevallen van eenzelfde type, bewijs uit een meervoudige case is sterker dan uit een enkelvoudige case (h6.1).
Coderen
Conceptueel model (Hoofdstuk 4 – 6.1)
Consistentie (Hoofdstuk 3.2 – 6.1)
Context/Contextualiteit (Hoofdstuk 3.2 – 7.2 – 10.2 – 17.2)
Criteria: Wetenschappelijkheid
Dataverzameling (Hoofdstuk 5 – 6.1)
Deductie (Hoofdstuk 2 – 4): uit theorie afleiden wat in werkelijkheid gevonden zou moeten worden.
Deontologie (Hoofdstuk 5 – 16.2)
Doel (Hoofdstuk 3.2 – 15.2 – 15.3 – 17.2)
Empirisch onderzoek (Hoofdstuk 4 – 5 – 6.3)
Empirische wetenschap: op waarneming of ervaring berustende wetenschap.
Esthetiek/ esthetisch (Hoofdstuk 3.1 – 7.3 – 16.2)
Ethiek/ ethisch/ onderzoeksethiek (Hoofdstuk 5 – 16.2)
Excursie (Hoofdstuk 12)
Expliciet (Hoofdstuk 3.2 – 16.2 – 17.2 – 17.3)
Fabricaat: concreet fysiek of digitaal eindproduct (artefact)
Focusgroep: groepsgesprek vorm van kwalitatief onderzoek (h4)
Fout (Hoofdstuk 6.1) : Holistische fout: fout van het geheel
Fout (Hoofdstuk 16.2) : Subject of deelnemersfout/-vertekening
Fout: Type 1 fout (Hoofdstuk 6.2): onderzoek toont een verschil aan in de steekproef dat er in de populatie niet is.
Fout: Type 2 fout (Hoofdstuk 6.2): onderzoek toon geen verschil aan in de steekproef terwijl dat er in de populatie wel is.
Fout (Hoofdstuk 15.1 – 7.4 – 10.3) : Waarnemersbias
Geldigheid/ validiteit (Hoofdstuk 4 – 5 – 6.1 – 12.3)
Validiteit: Begripsvaliditeit: relatie tussen theoretische begrippen en empirische verschijnselen (indicatoren) en juiste instrumenten om deze waar te nemen (meetinstrumenten): het operationaliseren van onderzoek (h6.1)
Validiteit: Externe validiteit: generaliseerbaarheid van het onderzoek (h6.1)
Validiteit: geldigheid van het onderzoek en de uitkomsten (h6.1)
Validiteit: Interne validiteit: relatie tussen het verschijnsel en de achtergrond
Gemengde methoden (mixed methods)
Generaliseerbaarheid: toepasselijkheid van de bevindingen in vergelijkbare situaties, zie ook externe validiteit.
Generieke elementen (Hoofdstuk 17.1 – 17.2)
GIS (welk hoofdstuk ?)
Handeling (Hoofdstuk 4 – 5 – 16.2 : professioneel gedrag tegenover belanghebbenden (h4)
Holistische benadering: maakt geen onderscheidt tussen subeenheden en analyseert het gehele sociale fenomeen (h6.1)
Hypothese (nulhypothese): de aanname dat er geen verschil of geen relatie is tussen variabelen h6.2
Hypothese (Hoofdstuk 2 – 4 – 10.3): een aanname over het bestaan van een relatie of verschil.
Hypothesetoetsing: uitvoeren van statistische toets om hypethese te bevestigen of weerleggen h6.2
Impact (Hoofdstuk 12.2 – 16.1)
Implicaties (Hoofdstuk 6.1 – 17.2)
Inductie (Hoofdstuk 2 – 4): uit wat in werkelijkheid gevonden is afleiden wat theorie moet zijn (theorie vormend).
Ingebedde benadering: meerdere analyse eenheden die gezamenlijk deel zijn van een systeem (h6.1)
Ingenieurswetenschappen (Hoofdstuk 2 – 3.1 – 6.3)
Integraal (Hoofdstuk 3.1 – 3.2)
Integriteit: … (dus geen wangedrag of zelfs fraude) (h5)
Interview(en) (Hoofdstuk 4 – 12.2 – 12.3)
Intuïtie(f) (Hoofdstuk 7.3 –17.1)
Kritisch (Hoofdstuk 1 – 6.3): Vergelijken wat verschillende auteurs over hetzelfde onderwerp zeggen. Verschillen herkennen. Vergelijken van invalshoeken op een ontwerp. Beoordelen op basis van een aantal vastgestelde criteria.
Kwalitatief onderzoek (Hoofdstuk 1 – 4 – 6.1): … , leidt meestal tot het formuleren van nieuwe hypothesen en theoretisch model (inductief) (h4).
Kwantitatief onderzoek (Hoofdstuk 1 – 4 – 6.1): …, begint meestal met het toetsen van hypotheses op basis van een bestaand theoretisch model (deductief) (h4)
Literatuur (Hoofdstuk 3.2 – 10.3 – 15.3)
Logisch (Hoofdstuk 3.2 – 7.4 – 17.2)
Maquette (Hoofdstuk 7.4 –15.1 – 17.2)
Meetniveau:Interval: schaal waarbij de afstand tussen de categorieën telkens even groot is, bijvoorbeeld 1 graad op de schaal van Celcius.
Meetniveau: Nominaal: schaal met minstens 2 verschillende variabelen of categorieën maar zonder orde of duidelijke maat: bijvoorbeeld koper en huurder.
Meetniveau: Ordinaal: schaal met minstens 2 verschillende variabelen of categorieën met duidelijke rangorde zoals hoog en laag.
Meetniveau: Ratio: zoals interval maar met een absoluut nulpunt, bijvoorbeeld vierkante meters.
Methodisch (Hoofdstuk 1 – 3.2)
Model (Hoofdstuk 3.2 – 7.3 – 17.2) : -conceptueel / -concept / -scientific article / -presentatiemodel / -3D City / -functie
Normatief (Hoofdstuk 4 – 16.2)
Numerieke data (Hoofdstuk 6.2 – 17.3)
Objectiviteit (Hoofdstuk 5 – 12.2)
Observeren (Hoofdstuk 6.1 – 7.3 –12.2)
Onderwerp (Hoofdstuk 3.2 – 10.3 – 16.3)
Onderzoek (Hoofdstuk 2 – 3.2 – 5 – 6.1 – 9 – 13 – 15.2– 17.3):“een systematisch onderzoek gericht op het creëren van kennis” (h2). De onderzoekskwaliteit hangt af van betrouwbaarheid, validiteit en …
Onderzoeksdoel (Hoofdstuk 3.2)
Onderzoeksmethode (Hoofdstuk 3.2 – 13)
Onderzoeksproces (Hoofdstuk 3.2 – 9)
Onderzoekstechniek (Hoofdstuk 6.1)
Ontwerp: -ontwerpreflectie / -ontwerpproces / -ontwerpaspecten / -ontwerpevaluaties / -ontwerpbeoordeling / -ontwerpkeuzes / -ontwerpalternatieven
Ontwerp: visuele of schematische weergave van een product of een interventie.
Ontwerpen: synthetiseren, “het verbeelden van te nemen maatregelen gericht op het veranderen van bestaande in geprefereerde situaties” (h2)
Ontwerpend onderzoek/ ontwerpgeoriënteerd onderzoeken
Operationalisering (hfst 12.3 – update)
Peerreview (Hoofdstuk 3.2 – 6.4) collegiale toetsing
Perspectief (Hoofdstuk 3.1 – 9 – 10.1 – 12.2 – 15.2 – 17.2)
Plananalyse (Hoofdstuk 2 – 3.1 – 10.1 – 13)
Populatie (Hoofdstuk 5 – 6.2 – 12.3)
Positionering/Situationeel (Hoofdstuk 6.3)
Praktijk (Hoofdstuk 3.2 – 13 – 15.2 – 15.3 – 16.3)
Presentatie/ Ontwerppresentatie/ Mondeling
Probleemstelling (Hoofdstuk 4 – 6.1 – 12.3)
Programma van eisen (Hoofdstuk 10.1 – 15.2 – 16.3)
Rapporteren (Hoofdstuk 5 – 6.3)
Ratio(neel) (Hoofdstuk 13 – 17.1)
Redeneervormen (Hoofdstuk 1 – 2 – 3.2)
Representatief (Hoofdstuk 5 – 7.3 – 12.3)
Stakeholder (analyse) (Hoofdstuk 15.3 – 16.1)
Tekening (Hoofdstuk 3.2 – 7.3)
Terminologisch onderzoek: Critical / Research article / process reading / rhetorical moves / scientific conversations (Hoofdstuk 6.3 – 6.4)
Toetsende statistiek: h6.2
Toeval/sfluctuatie: h6.2
Variabelen (Hoofdstuk 6.1 – 6.2)
Verantwoordelijkheid (Hoofdstuk 5 – 15.3): rekenschap afleggen over gemaakte keuzes (of het nalaten daarvan) in ontwerp.
Vraagstelling/ onderzoeksvragen
Waarde(n) (Hoofdstuk 16.2 – 16.3 – 17.2)
Waardengevoelig ontwerpen (Value Sensitive Design, VSD): ontwerpmehtode die bewust waarden in het ontwerp probeert mee te nemen om waardenconflicten te voorkomen. h5
Waarnemen (Hoofdstuk 12.2 – 13)
Wetenschap (Hoofdstuk 1 – 2 – 3.1)
Exploratief wetenschap: verkennend
Formele wetenschap: … informatieve uitspraken.
Ingenieurs wetenschap: vorm van praktische wetenschap.
Normatieve wetenschap: hebben als doel een praktisch probleem op te lossen. Formatieve uitspraken.
Praktische wetenschap: gericht op een interventie in de werkelijkheid
Technische wetenschap:
Theoretische wetenschap: gericht op theorie ontwikkeling en toetsing van theorie met als doel verklaren en voorspellen
Wetenschappelijke discipline
Wetenschappelijke tekst
Wetenschapsdomein/ -gebied
Wetenschapsopvatting
Zoekplan
Zorgvuldigheid: